De heer Achterstraat achter zijn bureau in zijn werkkamer.
De heer Achterstraat achter zijn bureau in zijn werkkamer. Ton Dijkstra / BDU

Jan Achterstraat blikt terug, de meer gaat hem nog steeds aan het hart

28 maart 2024 om 15:00 Historie HCnieuws 100 jaar

BADHOEVEDORP We schrijven 1924. Als op zaterdag 27 maart de eerste editie van de Hoofddorpse Courant verschijnt is de polder nog behoorlijk leeg. Kaarsechte lengtewegen met na elke drie kilometer een al even kaarsrechte dwarsweg. En met op nagenoeg elk kruispunt van deze wegen een kroeg.

Het was hard werken, vaak sappelen ook op de bodem van het voormalige binnenmeer dat in 1852 was leeggepompt waardoor er 18.523 hectare vruchtbaar land was ontstaan. Na een reeks van moeilijke beginjaren werd het nieuwe gebied een welvarende agrarische polder. Mede dankzij vooruitstrevende ideeën een van de meest vooraanstaande landbouwgebieden van ons land. 

De nog betrekkelijk jonge polder was in 1924 sterk verzuild. Net als de rest van ons land. Het maakte het leven overzichtelijk. Katholiek trouwde met katholiek en dat gold ook voor gereformeerd en hervormd. Vergemakkelijkt doordat ook scholen, verenigingen en andere organisaties verzuild waren. De nieuwe krant die verschijnt moet dwars door dat landschap laveren. Onafhankelijk nieuws brengen, adverteerders van velerlei kleuren aan zich weten te binden.

Bij de geboorte van de Hoofddorpse Courant heeft de gemeente Haarlemmermeer zo’n 25.000 inwoners. In 1962 zijn dat er 46.500. In 1987 zijn dat er al ruim 91.000 en daarna neemt dit aantal gestaag toe tot ruim 162.000 in 2023 waarvan alleen al in Hoofddorp zo’n 80.000 mensen. De gemeente groeit onstuimig en het eind is nog niet in zicht. Heel nadrukkelijk is Haarlemmermeer bij de stedelijke ontwikkeling van de regio betrokken geraakt. 

LANDHEER

Wat heeft 100 jaar gedaan in en met de polder, vroeg de jubilerende krant aan ds. Jan Achterstraat, oud-directeur van Sociografisch Bureau De Meerlanden. In 1957 door de gemeente Haarlemmermeer opgericht om door middel van onderzoek en advisering de gemeentelijke regierol in de ruimtelijke ordening vorm te geven. De inmiddels 95-jarige Badhoevedorper gaat er eens goed voor zitten. 

“Er heeft een gigantische omslag plaatsgevonden”, weet hij. “Van een overwegend agrarisch gebied waar boeren, onder meer met agrariërs in het gemeentebestuur en in de gemeenteraad, een dikke vinger in de pap hadden, is de polder verstedelijkt. Slechts in het zuiden is nog iets terug te zien van het open gebied zoals het was toen ik in 1957 in Haarlemmermeer kwam wonen.” 

Het zuiden waar dominee Jan Jacob van Voorst liefst 200 hectare land in bezit had. “Een deel van het familievermogen van zijn vrouw had hij geïnvesteerd in grond in het pas drooggemalen Haarlemmermeer. In Abbenes liet hij boerderijen bouwen die hij weer verpachtte. Toen zijn gezondheid achteruit ging nam zijn schoonzoon Jan Pieter Heije de taak van waarnemer over. Ook hij deed het goed. Heije wordt niet voor niets de weldoener van Abbenes genoemd. Hij is er zelfs begraven. Van Voorst was een landheer van het goede soort. Dat was in die tijd helemaal niet zo vanzelfsprekend. Bij veel boeren die grond pachtten was onderdanigheid troef. Met ontzag en eerbied werd er over de landheer, de eigenaar van de grond, gesproken.” 

VERDRIETIG

Na de droogmaking in 1852 waarbij in 39 maanden tijd ruim 800 miljoen kubieke meter water werd uitgeslagen, is zo’n 95 procent van Haarlemmermeer agrarisch gebied. 100 jaar later heeft nog steeds ongeveer 85 procent van de grond een agrarische functie. In 1986 wordt nog circa 64 procent voor de land- en tuinbouw gebruikt. Maar daarna gaat dit percentage hard achteruit. Woningbouw, Schiphol, bedrijventerreinen eisen steeds meer grond op. Het invullen ervan doet Jan Achterstraat, afgestudeerd planoloog, pijn. 

“Neem de woningbouw. Hier zijn ze te eenzijdig op een grote woningproductie afgegaan. Natuurlijk, er is grote behoefte aan woningen, maar Haarlemmermeer kan niet alle problemen oplossen. Kijk nou eens of je het ook op een andere manier geregeld kan krijgen. Onlangs nog maakte het Economisch Instituut voor de Bouw bekend dat ouderen elk jaar zorgen voor het vrijkomen van liefst 100.000 huizen op de woningmarkt. Het zijn vaak grote huizen. Grijp die kans en maak woningsplitsing mogelijk. Dan hoef je minder te bouwen. Het fenomeen Knarrenhof is ook een prachtige oplossing. Wees zuinig op het beetje groen dat we nog hebben, zou ik zeggen.” 

Over hoe er met het groen in zijn woonplaats Badhoevedorp is omgegaan is Achterstraat naar eigen zeggen ‘heel verdrietig’ geworden. “Er zijn hier vreselijke dingen gebeurd. Een prachtig park is omgehakt voor woningbouw. En dat vanwege het in mijn ogen rare beleid rond het omleggen van de A9. Op basis van de serieuze norm van 10 vierkante meter groen per inwoner is het park destijds aangelegd. Wordt het verlies volledig gecompenseerd? Ik ben heel benieuwd.”

NIEUW JASJE

Toen de net afgestudeerde sociograaf Jan Achterstraat in 1957 in Haarlemmermeer kwam werken, was Gerrit Cornelis van der Willigen in april 1956 begonnen als burgemeester. Ze hadden een goede klik. Van hem kreeg Achterstraat de vraag de behoefte aan een bejaardenhuis in de gemeente te onderzoeken. “Dat hebben we gedaan. Op basis van de samenstelling van de bevolking kwamen we tot acht van dergelijke huizen. Ze zijn er alle acht gekomen, veelal bewoond door gezonde ouderen. Totdat Den Haag ze overal in het land ging wegbezuinigen en ze werden getransformeerd tot verpleeghuizen. Zo af en toe klinkt er nu een stem die zegt dat de bejaardenhuizen in een nieuw jasje moeten terugkomen, met als bijkomend voordeel veel vrijkomende woningen. Ik vind dat leuk om te horen.” En met de elan van toen: “De behoefte er naar zou ik wel willen onderzoeken.”

VERDOZING

Bouwen creëert woningbehoefte doceert geograaf Achterstraat. “Kijk naar bijvoorbeeld de wijken die bij Hoofddorp en Nieuw-Vennep uit de polderklei zijn gestampt. De kinderen die er zijn geboren komen op het moment dat ze willen uitvliegen en een eigen nestje willen bouwen. En vaak het liefst in de buurt. Bouwen dus. Al heel lang wordt gesproken over grootschalig bouwen in de Westflank, het gebied tussen Cruquius en Lisserbroek. Veel grond is al in handen van projectontwikkelaars die geld willen verdienen. Ik hou m’n hart vast. In mijn tijd zaten we met grote regelmaat met alle betrokken partijen om de tafel om te zien wat wel kon en wat niet. We wisten wat we aan elkaar hadden. Bouwen in de Westflank? Het doet me zeer omdat het ten koste gaat van de identiteit van de polder. Ik zeg niet: het moet niet. Ik zeg wel: het moet goed. Zorg dat een dorp als Lisserbroek waar veel gebouwd moet gaan worden, goede voorzieningen krijgt als winkels, scholen, sportvoorzieningen en huisvesting voor de eerstelijnsgezondheidszorg. De gemeente moet daarin de regie houden. En daar waar ze hem kwijt is snel terugpakken.” 

VOORBEELD

Achterstraat noemt een voorbeeld. “De verdozing rond Schiphol. Echt verschrikkelijk. Het is volkomen doorgeschoten en inmiddels een voorbeeld van hoe het niet moet. Ik heb begrepen dat het streven is die verdozing af te remmen. Maar helaas is het kwaad al geschied. En dat heeft de gemeente laten gebeuren.”, stelt Achterstraat die in 1996 afzwaaide als lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland en onder meer als voorzitter van de commissie Ruimtelijke Ordening heel wat streekplannen aan zich voorbij heeft zien gaan. Tot de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in 2008 was een streekplan een document dat beschreef wat er met de ruimte in een provincie mocht gebeuren. Waar dorpen en steden konden groeien en waar ruimte was voor landbouw, natuur en recreatie. 

Per 1 januari van dit jaar is de Wet ruimtelijke ordening vervangen door de Omgevingswet. Jan Achterstraat vindt het geen verbetering. “De oude wet was een bruikbare wet. De nieuwe is minder afgesteld op een goede ruimtelijke ordening. Bijvoorbeeld het milieu is heel dominant geworden..”

Jan Achterstraat, hoogbejaard maar nog vlijmscherp van geest en gezegend met een ijzeren geheugen, praat wel eens met zichzelf. “Ik zeg dan, Jan jouw tijd is geweest. Probeer het over te laten aan kwalitatief goede andere mensen. Maar dat valt niet mee hoor. De polder gaat me nog steeds zéér aan het hart.”

Door Frans Witteman

Een overzicht van het centrum van Hoofddorp rond 1924.
Mail de redactie
Meld een correctie

advertentie
advertentie