22 juni 1931. Vader en moeder Schrama zijn 25 jaar getrouwd. Rechts naast haar moeder staat Mien.
22 juni 1931. Vader en moeder Schrama zijn 25 jaar getrouwd. Rechts naast haar moeder staat Mien. Eigen foto

Oorlog en bevrijding: 99-jarige Badhoevedorpse haalt herinneringen op

30 april 2020 om 14:00 Historie

LIJNDEN Ook aan het grote gezin van Steef Schrama in Lijnden is de oorlog niet voorbij gegaan. Er is gehuild, maar er is gelukkig ook gelachen. Eén van de elf kinderen leeft nog en haalt indrukwekkende herinneringen op.

Ze waren met zes zussen en vijf broers. De jongste van de zussen, Mien Rensen-Schrama, is nog in leven en is gezegend met een helder verstand waardoor ze zich nog veel kan herinneren uit de zwarte tijd dat de Duitsers het hier voor het zeggen hadden. De jongste. Het heeft een bijzondere klank als je je realiseert dat Wilhelmina Theodora – Mien – niet bepaald de jongste meer is. Over ruim een half jaar hoopt ze 100 te worden.

Het was steeds oppassen geblazen omdat de soldaten ook bij ons in het café kwamen voor een biertje of om te biljarten.

"Wij woonden aan de Spaarnwouderweg 645. De voorzijde van het huis was café annex kruidenierswinkel. Aan de ene kant de St. Franciscus van Sales-kerk en aan de andere kant het huidige dorpshuis De Vluchthaven waar in de oorlog Duitsers waren ingekwartierd. Het was steeds oppassen geblazen omdat de soldaten ook bij ons in het café kwamen voor een biertje of om te biljarten", begint Mien haar verhaal. Wat had ze dat graag willen doen bij een bakkie koffie in zorgcentrum De Meerwende in Badhoevedorp waar ze woont. Maar vanwege de coronacrisis blijven de deuren gesloten en moet de telefoon uitkomst bieden.

Mien is 19 als ze het verzoek krijgt zich beschikbaar te stellen voor de boodschappendienst.. Ze krijgt strikte geheimhouding opgelegd en moet verklaren alle boodschappen persoonlijk weg te brengen, ook naar mensen in het verzet. Ze krijgt ze telefonisch. Al vertellend beseft ze zich dat het levensgevaarlijk is geweest wat ze gedaan heeft. "Het had anders af kunnen lopen."

Twee van haar broers worden te werk gesteld in de Duitse oorlogsindustrie. Eerst haar jongste broer Bep. Pas 17 is hij als hij zich moet melden. Zijn zes zussen brengen hem naar het Centraal Station in Amsterdam waar een lange trein klaarstaat vol met lotgenoten. "Bep had geen idee wat hem boven het hoofd hing. Terwijl wij niets anders deden dan huilen, stond hij doodgemoedereerd voor het open raam op zijn mondorgel te spelen. Wij hadden de winkel nog en mijn vader bracht met paard en wagen de boodschappen rond. Toen hij ziek werd is onze boekhouder naar Rijkscommissaris Seyss-Inquart in Den Haag gegaan om verlof voor Bep te vragen. Dat lukte. Bep mocht zes weken vaders werk overnemen. Hij heeft zich niet meer gemeld maar is ondergedoken bij mijn zus Rie die samen met haar man in Amsterdam een melkzaak had. Overdag leefde hij in de kelder, als 's avonds de gordijnen dicht waren kwam hij naar boven. Bep heeft op verschillende onderduikadressen gezeten. Het sloopte mijn ouders en hemzelf ook. Hij voelde zich een opgejaagd dier."

COGNAC Korte tijd later werd Jan op straat bij een razzia opgepakt. Hij was bakker en moest zijn broodkar laten staan. Zonder extra kleding werd hij in Amsterdam op transport gezet naar Düsseldorf. "Toen wij ervan hoorden ben ik naar zijn baas, bakker Vesseur in Sloten, gegaan om het te vertellen. Mijn vader had me een paar flessen cognac meegegeven en Vesseur had wat extra geld bij zich gestoken in de hoop dat we daarmee Jan zouden kunnen vrijkopen. Toen we op de verzamelplaats aankwamen was hij al weg", ziet Mien nog voor zich. "In Duitsland heeft hij een zwaar bombardement meegemaakt. Ondanks zijn ernstig gewonde been heeft hij weten te vluchten. Goede Duitsers hebben hem over de grens geholpen waar hij liefdevol is verzorgd. Toen hij was opgeknapt is hij naar huis gekomen. Helemaal lopend."

De buren zijn opgepakt en helaas nooit meer terug gekomen.

Oorlog of niet, sommige dingen gaan gewoon door. Zoals de verloving van Mien met Herman Rensen. Vanwege extra verlof én om aan een huis te komen besluiten ze te trouwen. De grote dag is 23 januari 1945, op de 24-ste verjaardag van de bruid. Hartje Hongerwinter. "Er was van alles niks en we hebben stad en land afgelopen voor een lap stof voor mijn bruidsjurk. Zonder resultaat. Maar wat wil het geval: een aanstaand schoonzusje in Amsterdam had Joodse buren die voor het geval ze opgepakt zouden worden, onder meer de trouwjurk van hun pas getrouwde dochter bij haar hadden gebracht. Als ze zouden worden opgepakt mocht mijn schoonzus de jurk hebben. De buren zijn opgepakt en helaas nooit meer terug gekomen. Die jurk is mijn bruidsjurk geworden."

Het feest werd in het eigen café gevierd. Het diner bestond uit versgebakken brood met ham. Een koningsmaal. Herman die bij smederij Van Driel in Hoofddorp werkte, kwam bij veel boeren over de vloer. Van een van hen kreeg hij als huwelijkscadeau een half mud tarwe. Een rijkdom. Het malen gebeurde clandestien evenals het bakken van het brood door bakker De Haan in Badhoevedorp waar Jan inmiddels werkte. Even stiekem had vader Steef een varkentje laten slachten. Thuis werd van het vlees ham gemaakt. Honger heeft het gezin niet gekend, al heeft het er soms om gespannen. De kippen deden hun best. Een Duitse soldaat ook. "Pa betrapte hem bij het stelen van eieren. Nadat hij had gedreigd met de Ortskommandant kwam de dief met de nodige flessen cognac over de brug. Ze zijn soldaat gemaakt tijdens de bruiloft van mijn zus Jansje- Jas- in mei 1941."

Alle haat van vijf jaar bezetting moest eruit.

Het pasgetrouwde stel heeft nog een paar maanden bij de ouders van Mien ingewoond totdat zij tegen het einde van de oorlog een huis toegewezen kregen aan de Lijsterstraat in Badhoevedorp. Mien: "Er had een NSB'er gewoond die schoenmaker was geweest. Het hele huis had hij volgesmeerd met schoensmeer. Als straf voor zijn heulen met de vijand hadden mensen het grote voorruit ingegooid. Wij hebben een half jaar met een dichtgespijkerd raam gezeten. Herman had een pers gemaakt waarmee we koolzaad konden persen. Dankzij die olie konden we aan een nieuw voorruit komen. Aan het plein waar wij kwamen wonen stonden aan de Rietvinkstraat huizen met een extra muur er omheen. Dit ter bescherming van Duitsers die erin hadden gewoond."

En dan komt de bevrijding. Groot feest op straat en in de zalen van de Waterwolf' aan de Sloterweg. Mien weet het nog goed: Duitse soldaten die worden afgemarcheerd over de Spaarnwouderweg, nu Schipholweg. Uitgejouwd, beschimpt. Moffenmeiden die worden kaal geschoren. "Er heeft zich in die dagen heel wat afgespeeld. Alle haat van vijf jaar bezetting moest eruit."

Frans Witteman

Mien Rensen-Schrama
Mail de redactie
Meld een correctie

advertentie
advertentie