Eis vijftien maanden in beroepszaak monstertruck

VIJFHUIZEN Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep vijftien maanden celstraf geëist tegen de 53-jarige Vijfhuizenaar Mario D., de chauffeur van de zogeheten monstertruck die op 28 september 2014 tijdens een evenement in Haaksbergen op het publiek inreed. Het dramatische ongeval kostte drie mensen het leven. 23 mensen raakten gewond, veelal ernstig.

De rechtbank legde D. eveneens vijftien maanden celstraf op. Het OM had destijds anderhalf jaar cel geëist. D. ging in hoger beroep. Hij vindt de straf te zwaar en meent dat het incident niet zijn schuld is. Volgens D. bleef het gas hangen. Het OM bestrijdt dat, onder meer op basis van bevindingen van deskundigen. Het ongeval is niet aan een technisch mankement maar aan fouten van D. te wijten, aldus het OM.

Het OM wil ook dat D. vijf jaar lang een verbod krijgt om op te treden als (professioneel) stuntman. De Vijfhuizenaar zei dinsdag ter zitting dat hij zijn stuntbedrijf inmiddels heeft opgedoekt. Het drama in Haaksbergen heeft bij hem geleid tot aanzienlijke psychische problemen.

De dodelijke slachtoffers waren een vijfjarig kind, een 73-jarige vrouw en een vijftigjarige man. Een aantal betrokkenen - mensen die gewond zijn geraakt dan wel een naaste zijn verloren - gaf dinsdag in de rechtszaal te kennen dat zij er moeite mee hebben dat D. tegen zijn straf protesteert en hoger beroep heeft aangetekend. "Het had allang klaar kunnen zijn, voor hem en voor ons", aldus een dochter van de vijftigjarige man in haar slachtofferverklaring. "Op deze manier blijft het een open wond."

Volgens het OM zijn behalve Mario D. ook de gemeente Haaksbergen en de stichting Sterevenementen verantwoordelijk voor het drama. De gemeente gaf de vergunning af, de stichting organiseerde het evenement. De gemeente kan volgens het OM niet worden vervolgd. De stichting kreeg van de rechtbank een voorwaardelijke boete van 25.000 euro; maandag buigt het gerechtshof in Arnhem zich in hoger beroep over die zaak.

In de zaken tegen D. en de stichting doet het hof uitspraak op 23 mei.