Opnieuw financiële injectie noodlijdend honkbalstadion Hoofddorp

HOOFDDORP Een meerderheid van de gemeenteraad is bereid om opnieuw diep in de buidel te tasten om stichting ETO, de beheerder van het honkbalstadion in Hoofddorp, financieel uit de brand te helpen. Dat bleek donderdagavond tijdens een debat in de raad.

ETO kampt al jaren met financiële tekorten. De inkomsten wegen niet op tegen de exploitatielasten. De gemeente moet elk jaar bijspringen om de stichting niet failliet te laten. Gebeurt dat wel, dan draait de gemeente op voor een lening van 1.2 miljoen euro.

Het college heeft voorgesteld om te laten onderzoeken wat de beste optie is voor het beheer van het honkbalcomplex. Aanvankelijk zou dat onderzoek in maart klaar zijn, maar sportwethouder Mieke Booij had het donderdagavond over voor de zomer. Probleem is wel dat stichting ETO dan al failliet zou kunnen zijn.

Het college is bereid dat te voorkomen door een nieuwe subsidie van 190.000 euro te geven en daarnaast een extra bedrag van 25.000 euro. ETO heeft echter meer geld nodig om het eerste half jaar van 2020 te overleven.

Roep om commerciële activiteiten als redding

Fractievoorzitter Paul Meijer van Forza! vond dat de gemeente beter de stekker eruit kan trekken. Stichting ETO gaat dan failliet en de gemeente kan zelf de beheer van het honkbalstadion overnemen. “De nieuwe subsidie gaat helemaal op aan de betalingsachterstand. Er blijft niks van over. Over een paar maanden moeten we weer geld bij passen.” Ook Gezond Haarlemmermeer ziet het liefst dat de schip van bijleg die ETO heet geen geld meer krijgt.

Andere fracties stelden dat ETO niet de dupe mag worden van de puinhopen die de gemeente bij het honkbalcomplex heeft veroorzaakt. CDA-fractievoorzitter Herman Koning stelde dat de gemeente een veel te duur complex heeft neergezet en ETO nu met de gebakken peren zit.

Meerdere fracties stelden voor om de bestemming van het stadion te verruimen, zodat er commerciële activiteiten kunnen worden gehouden. Die zorgen voor extra inkomsten, zo is de gedachte. De vraag is echter of de bestemming op korte termijn kan worden gewijzigd.