Hein Buijs in de tijdelijke vergaderruimte.
Hein Buijs in de tijdelijke vergaderruimte. "Hopelijk kunnen we snel terug naar het oude raadhuis van Halfweg." Trudy Witteman

Zwanenburger Hein Buijs conservator eigen Historisch Museum

23 februari 2020 om 15:38 Mensen

Een imposant Historisch Museum achter in de tuin. Door Zwanenburger Hein Buijs eigenhandig gebouwd en ingericht. Dagelijks is hij in zijn heiligdom te vinden. "De historie is belangrijk en moet bewaard blijven voor het nageslacht."

Eerst maar een bakkie koffie, stelt Hein voor. "Daarna gaan we even kijken in het museum." De amateur-historicus steekt direct van wal en al snel ontstaat er een tsunami aan verhalen. Verhalen die de verslaggever opzuigt als een spons. Wat zijn ze interessant en wat weet Hein ongelooflijk veel van de geschiedenis van Halfweg, Zwanenburg, de IJpolders en de Houtrakpolder.

Met belangstelling voor het verleden vond Hein Buijs altijd wel een plekje voor oude ansichtkaarten en oude gebruiksvoorwerpen. Zijn hobby kwam pas echt tot leven nadat de nu 68-jarige Zwanenburger zeven jaar geleden met zijn aannemersbedrijf stopte. Toen kreeg hij tijd om op de loods achterin zijn tuin een verdieping te bouwen en er een museum in te richten waar eveneens een deel van de omvangrijke collectie van de in 2003 overleden Zwanenburgse ras-verzamelaar Cor Lücke een plek kreeg.

Hein is niet zo van sociale media. Veel liever kruipt hij bij mensen aan tafel om over vroeger te praten. "Dat maakt mijn hobby zo leuk. Je hoort de mooiste verhalen", glimt Hein die zich als eerste aanmeldde nadat in 2008 Stichting Historisch Halfweg was opgericht. "Tijdelijk vergaderen we hier", vertelt Hein als we in het museum een ruimte binnengaan. De wanden hangen vol met grote luchtfoto's uit de tijd dat de beide dorpen nog beduidend kleiner waren, met krantenartikelen en met nog veel meer. Buijs: "Medio april gaan we middels een grote tentoonstelling in het nieuwe dorpshuis aandacht besteden aan 75 jaar bevrijding. Ria Winters, Leo Kranenburg en ik bereiden de expositie voor. Van mijn collega-verzamelaar Cor Wies krijgen we onder meer twee unieke foto's in bruikleen waarop te zien is hoe de Duitsers over de oude brug tussen Halfweg en de Lindenlaan Zwanenburg binnenrijden."

De volgende kamer. Met onder meer het in 1931 opgerichte NAS. Uit de jaren 30 de ledenlijsten, kasboeken, een schuldbekentenis van 150 gulden om nieuwe kleedkamers te kunnen bouwen en de tikmachine van de secretaris. "En kijk, dit is het verhaal van het uithijsen van de machines uit de suikerfabriek die in 1992 is gestopt en waar ik gelukkig heel veel foto's en andere spullen van heb. En kijk, deze gietijzeren plaat heb ik kunnen redden van de inmiddels gesloopte Boezembrug. En hier zijn de foto's van Piet Meesters uit de Iepenlaan, een grondwerker die eigenhandig een sterrewacht bouwde op het dak van zijn schuur. Er is zelfs een ster naar hem genoemd. En kijk..." Zo gaat het maar door. Aan verhalen geen gebrek.

De parochie had geen plannen met die steen, ik vond hem het bewaren waard

DOCUMENT Bijzonder noemt Hein het verhaal van de eerste steen van de Onze Lieve Vrouw Geboortekerk. Hij was betrokken bij de unieke verbouwing van het Halfwegse godshuis waarvoor de eerste steen werd gelegd op 24 mei 1928. "De parochie had geen plannen met die steen, ik vond hem het bewaren waard", kijkt hij terug. "Het bleek geen platte steen te zijn, maar een kolos van 200 kilo. Toen later werd besloten de oude tekst op te knappen en als gevelsteen een plekje bij de hoofdingang te geven moest er een plak van het blok worden gezaagd. Toen bleek dat er een holle ruimte inzat, afgedekt door een stenen plaat. In die ruimte zat een loden envelop met daarin een document met betrekking tot de bouw van de kerk." Trots laat Hein een kopie zien. Het origineel ligt veilig in een kluis. "En dan te bedenken dat de kolos bij het puin zou worden afgevoerd."

Even kijken in het museum. Neem dat 'even' gerust met een fikse korrel zout. Want in tegenstelling tot vroeger toen Hein leiding gaf aan zijn aannemersbedrijf en alles snel, snel moest, neemt hij nu alle tijd om de schatten uit het verleden te laten zien en de bijbehorende verhalen te vertellen. We zijn zomaar een paar uur verder als Hein tot slot de grote ruimte toont die nu nog dienst doet als opslagplaats. Eerst de boel opruimen, daarna wil hij er de rijke geschiedenis van de drie Halfwegse kerken laten herleven. Hein wil het vele moois niet alleen voor zichzelf houden. "Wie het wil zien mag me bellen."

Frans Witteman

Gietijzeren plaats afkomstig van de Boezembrug.
Kijkje in het museum. Boven blauwe ordner foto uit 1935 met turfschip in de Ringvaart
Mail de redactie
Meld een correctie

advertentie
advertentie