Brandweervrijwilliger stopt na 46 jaar bij Brandweer Lisserbroek

Afgelopen zaterdag vond zijn afscheidsreceptie plaats, maar in maart dit jaar rukte Henk van Voorst voor de laatste keer uit. ‘Natuurlijk ga ik het missen. Vandeweek nog hoorde ik ze gaan en dan denk je toch: daar had ik bij kunnen zitten! Maar ik word 66 en het is mooi geweest.’

Henk van Voorst koos er dit jaar voor om niet meer aan de PPMO mee te doen. De keuring voor brandweermensen, die zij elk jaar opnieuw af moeten leggen, haalde hij het jaar ervoor nog met gemak, maar nu vond hij het mooi geweest. ‘Laat anderen nu maar gaan’, zijn de woorden van deze Brandweerman met hoofdletter B.

Henk startte zijn carrière bij de jeugdbrandweer van Lisserbroek. Op advies van de keuringsarts moest hij echter nog een jaar wachten voordat hij mocht toetreden tot de brandweer omdat hij zwaarder moest worden. Na zijn aanstelling heeft hij diverse opleiding volbracht zodat hij hoofdbrandwacht kon worden. Na een opleiding is Henk bevorderd naar bevelvoerder en kon hij nog meer voor Brandweer Lisserbroek betekenen.

Talloze incidenten, waaronder ook een aantal zeer grote, konden rekenen op de hulp van Henk. De poldercrash, Bijlmerramp, brand in het cellencomplex van Schiphol, wateroverlast in Limburg in 1995 en de duinbranden in Schoorl zijn slechts enkele voorbeelden waar Henk zijn steentje heeft kunnen bijdragen. Op de vraag hoe Henk dit altijd vol heeft kunnen houden antwoord hij: ‘Door een knop om te zetten als je gaat en de knop weer terug te draaien als je thuis komt. Zo simpel was het voor mij.’

Dat de brandweer en het brandweerwerk bij Henk in zijn hart en nieren zit moge duidelijk zijn. Al jaren is Henk jurylid bij Jeugdbrandweerwedstrijden en zette Henk zich ook een aantal weekenden per jaar in op het circuit van Zandvoort.  Als het dan onverhoopt mis mocht gaan, dan is per direct de juiste hulp aanwezig om te blussen of een auto open te knippen. ‘Dat ga ik nog het meeste missen. Maar ik blijf nog steeds betrokken hoor. Als jurylid voor de jeugdbrandweer of als we met oude museumstukken op pad gaan. Helemaal loslaten zal ik het nooit.’