‘Ondergrondse aanleg wordt te duur’
25 oktober 2007 om 00:00 NieuwsDe informatieavond werd gehouden op dinsdag 23 oktober in het gebouw van schouwburg De Meerse. Ruim twee uur kregen belangstellenden daar de mogelijkheid zich te laten ïnformeren over de aanleg van de Randstad 380 kV-hoogspanningsverbinding. De bezoekers kregen tevens een informatiemap en de startnotitie voor de milieueffectrapportage overhandigd. Aan de hand hiervan kon men zich in de centrale hal over een vijftal thema’s laten voorlichten door projectleiders en medewerkers.
De informatie was georganiseerd rond vijf thema’s die via de diverse expositiepanelen toegelicht konden worden. Zo werd deze avond aandacht besteed aan de vraag Waarom een nieuwe hoogspanningsverbinding, maar werd tevens het verschil uitgelegd tussen een bovengrondse en ondergrondse hoogspanningsverbinding. En - uiteraard - kwam ook de kwestie magnetische en elektrische velden ter sprake. De bezoekers konden tevens kijken naar de film “Een duidelijke lijn”, over de aanleg van de hoogspanningsverbinding tussen de Eemshaven (Gn) en Zwolle. In deze film van ruim een kwartier liet men in het kort zien hoe de aanleg vanaf de Eemshaven naar schakelpunt Zwolle voor 700 miljoen was gerealiseerd. Daarbij heeft men bij de aanleg zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande wegen, kanalen een aardgasleidingen, waarbij 319 elektriciteitsmasten zijn geplaatst.
Volgens een van de projectleiders is het niet de opzet om bewoners dwars te zitten. “We hebben hier te maken met de totale elektriciteitsvoorziening van heel Nederland. Wij gaan uit van alle financiële en economische belangen van provincies, gemeenten en grondeigenaren. Ook hebben we te maken met de milieu-effecten van dit project voor de bewoners.”
De afweging van al die argumenten heeft geleid tot een voorkeurstracé door de westflank van Haarlemmermeer. “We begrijpen de kritiek, want de westflank is vooral bedoeld voor wonen, recreëren en natuur. En natuurlijk zouden we de kabels ondergronds aanleggen en volgens een andere tracé. Als daar de mogelijkheden toe zijn. Stel: we kiezen voor een tracé langs de A4. Dat zou betekenen dat Schiphol gedurende een langere periode zeker twee landingsbanen niet regelmatig kan gebruiken. Met hoge kranen is men gedurende twee maanden per km bezig om de hoogspanningsverbinding aan te leggen. Daar komt bij dat ondergrondse aanleg 10 miljoen per kilometer meer kost dan bovengronds. En dat dus over 65 km (Beverwijk - Zoetermeer). Verder is het zo, dat de warmte van kabels in de grond afgevoerd moet worden, terwijl dit bovengronds vanzelf ventileert. Ondergrondse kabels worden regelmatig kapot getrokken en herstel kost al snel veertien dagen. Bovengronds zijn de meeste storingen binnen 48 uur verholpen.”
En over het punt straling: ‘We kennen de kritische opmerkingen hierover. Door te kiezen voor een andere (ronde) vorm van de masten blijft de straling binnen de norm.