Lieveheersbeestjes

8 november 2007 om 00:00 Nieuws

Iedereen kent de rood-zwart of geel-zwart gekleurde kevertjes. De larven lijken op kleine rupsjes, maar hebben zes kleine looppootjes aan de voorzijde. Larven van veel soorten zijn stekelachtig behaard en hebben felle gele en rode kleuren. Lieveheersbeestjes gaan maagdelijk de winter in. In het voorjaar als het warm wordt vindt de paring plaats. De eitjes worden afgezet op plekken waar bladluizen zitten. De larve eet voor zijn ontwikkeling wel zo’n 200-600 bladluizen. Een volwassen lieveheersbeestje lust per dag wel 100 bladluizen. Dat zijn er dus ruim 3.000 per maand.

Bijzonder: De naam lieveheersbeestje heeft te maken met de kerstening van de Germanen. De Germaanse naam voor het kevertje, Freyafugle, vogel van de vruchtbaarheidsgodin Freya, werd verchristelijkt tot onzelievevrouwebeestje of lieveheersbeestje. De Duitse naam Mariakever heeft hiermee een duidelijke relatie. Hoewel de meeste lieveheersbeestjes felle rovers zijn, is het een symbool van een aantal instellingen en verenigingen met een goed doel, o.a. de Beweging Tegen Zinloos Geweld. Het aantal stippen van de dekschilden zegt niets over hun leeftijd, maar zijn een soortskenmerk. Het meest algemeen van de zestig Nederlandse soorten is het zevenstippelige lieveheersbeestje (6-7 mm groot) Andere algemene soorten hebben 2 (foto, 4 mm groot), 4, 11, 14, 16 of 22 stippen en zijn rood met zwart, zwart met rood of geel met zwart. Lieveheersbeestjes worden weinig door andere dieren gegeten. De felle kleuren dienen dan ook als waarschuwing. Als een lieveheersbeestje zich bedreigt voelt, dan produceert hij een gele vloeistof bij een gewricht van de poten. Dit gedrag heet “reflexbloeden”. Deze vloeistof heeft een kwalijk geurtje en smaakt erg bitter. Vogels die een lieveheersbeestje oppakken proeven dit ‘bloed’ en laten hem meestal snel vallen.

Waar: De laatste generatie kevers maakt zich nu klaar voor de winter. Ze kruipen onder een pak bladeren, in een halfvergane boomstronk of i.d. Daar zitten ze soms met grote groepen bijeen. Zodra de zon in het voorjaar warm genoeg wordt, komen ze massaal weer te voorschijn.

Mail de redactie
Meld een correctie

advertentie
advertentie