Stuurgroep: ‘Niet doorgaan met project Burenhulp’

29 mei 2008 om 00:00 Nieuws

De stuurgroep komt tot dit negatief advies omdat niet voldaan werd aan de belangrijkste voorwaarde van het project: zorgen voor voldoende matches tussen bewoners van de wijk Bornholm die hulp zochten en bewoners de hulp wilden bieden. Een beeld overigens dat ook te zien was bij andere deelnemende gemeenten.

HOOFDDORP - De gemeente Haarlemmermeer hoeft niet door te gaan met het project Burenhulpcentrale Bornholm. Dat is de belangrijkste conclusie uit het eindrapport dat de stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van Amstelring, Stichting Meerwaarde en Ymere woensdagmiddag heeft gepresenteerd in sociaal cultureel centrum ‘t Kattegat.

“De proef is niet mislukt”, aldus Toos van der Kamp, woordvoerster van de Stuurgroep. “Er waren maar liefst 214 bewoners die daar waar mogelijk hulp wilden bieden. De bereidheid was er dus wel degelijk. Maar er waren gewoon te weinig mensen die van die hulp gebruik maakten. Dan kun je maar één ding doen: adviseren om de proef niet om te zetten in een definitief project.”

Dat juist dit advies er uit rolde, was voor Toos van der Kamp niet echt een verrassing. Want na een voortvarende start in oktober 2007 (waaraan maanden van bestuurlijke en organisatorische voorbereiding vooraf ging), bleek al snel dat het zeker niet ontbrak aan bewoners die hulp wilden bieden. Maar aan de andere kant - de vraagkant - wilde het maar niet vlotten..

“De proef Burenhulpcentrale is mogelijk gemaakt met gelden uit het Wmo-innovatiefonds. Met als belangrijkste doel bewoners meer eigen verantwoordelijkheid te geven. Dus niet wachten tot een gemeentelijke instantie iets aanbiedt, maar zelf het initiatief nemen. Maar het ging ook om meer omzien naar elkaar. Sociale cohesie dus.” De Burenhulpcentrale was daarbij het hulpmiddel. Bewoners van de wijk Bornholm konden aangeven dat zij daar waar mogelijk hulp wilden bieden, andere bewoners konden via een centraal telefoonnummer naar die helpers doorgeschakeld worden. Er volgden drie bijeenkomsten waarin deze werkwijze werd uitgelegd en waarbij bewoners werden opgeroepen zich aan te melden als helpers, de zogeheten burenambassadeurs. Het initiatief werd ook beschreven in de wijkkrant en er werd aandacht aan besteed via de scholen.

De brede aanpak resulteerde in de al eerder genoemde 214 burenambassadeurs en veel telefoontjes. Maar niet in veel afgeronde matches. Toos van der Kamp: “Er werd opvallend veel opgehangen voordat er een match gemaakt was. Zelf hebben we het vermoeden dat bellers afgeschrikt werden doordat ze een bandje kregen te horen. Maar of dat ook de echte reden was?” Nader onderzoek moet dat uitwijzen. “Zodra je kijkt naar de resultaten van de vrijwillige hulpdienst SASA in dezelfde wijk, dan blijkt dat er wel degelijk vraag is naar hulp. Maar blijkbaar niet in de vorm van een Burenhulpcentrale. Misschien is het te zakelijk?”

Toos van der Kamp blijft er bij dat het project, ook na de negatieve conclusie, niet mislukt is. En dat er, op een andere wijze, een vervolg aan gegeven moet worden. Daar ligt volgens haar een uitgelezen taak voor de gemeente en de lokale maatschappelijke organisaties. “Het is aan hen om de juiste vorm en ondersteuning te bieden, passend bij de behoefte, met aandacht voor garantie van de continuïteit. Daarmee kan de pilot Burenhulpcentrale zeker positief worden afgesloten.”

Mail de redactie
Meld een correctie

advertentie
advertentie