Twee Meerse ijzervreters bedwingen Kilimanjaro

13 november 2008 om 00:00 Nieuws

In de vier maanden durende voorbereiding hebben Martin en Fred zich een beetje kluizenaar gevoeld. Veel wandelen, gezond eten, geen biertje. Maar het resultaat van alle inspanningen mocht er zijn. Daar, in het ijzig maanlandschap van Uhuru Peak op 5895 meter hoogte, daar golfde een euforisch gevoel door de dodelijk vermoeide lijven van beide vrienden. Die hadden een overwinning op zichzelf behaald en waren beretrots op hun lijf dat volbracht had wat hun geest wilde: de Kilimanjaro bedwingen. Ze doen het geen tweede keer meer. Niet omdat ze het niet aandurven, maar omdat ze zeker weten dat het nooit meer zo zal voelen als de eerste keer.

Martin van Beem en Fred van Stegeren knokken zich naar het dak van Afrika BADHOEVEDORP/VIJFHUIZEN - Adrenaline, kippenvel, emotie, tranen. En een onbeschrijflijk gevoel van trots. De ijzervreters Martin van Beem (51) uit Badhoevedorp en Fred van Stegeren (62) uit Vijfhuizen zullen het bereiken van de top de Kilimanjaro, Afrika’s hoogste berg, nooit meer vergeten. “Het is onvoorstelbaar wat die tocht met je doet.”

Fred en Martin kennen elkaar al zo’n 25 jaar en weten wat ze aan elkaar hebben. Ze hebben beide een ijzerwinkel. Martin in Badhoevedorp, Fred in Amsterdam. Behalve collega’s zijn ze dikke vrienden. De Kilimanjaro beklimmen was een idee van Fred. Een idee waar Martin goed over moest nadenken. “Twee weken weg uit m’n gezin is erg lang voor me. Maar in goed overleg met het thuisfront heb ik uiteindelijk de knoop doorgehakt. De voorbereiding was saai. Wandelen en nog eens wandelen. Soms veertig kilometer per dag. Je bent een hele dag onderweg en voor je gevoel schiet het niet op. Trainen voor een marathon vind ik prettiger.” Ook Fred heeft veel kilometers gemaakt. Ze trainden onafhankelijk van elkaar. “Dat deden we met opzet omdat elk mens nou eenmaal anders loopt”, weet Fred die net als zijn maatje met veel plezier terugkijkt op de tocht. Ondanks dat hij met bevroren vingertoppen en neus en wankelend vanwege zuurstofgebrek de top bereikte. “Het was alsof we weer op schoolreisje waren. We sliepen onderweg in één hut met twee kerels uit de Beemster. We voelden ons weer jong en hebben in jaren niet zo gelachen.” Martin knikt. “Ik ben aan de expeditie begonnen met één vriend, maar na afloop had ik er zomaar zeven bij. De tocht doet zo onnoemelijk veel met je.”

De Kilimanjaro is een solitaire berg van 30 bij 40 kilometer aan de voet in Tanzania op de grens met Kenia. Gidsen en dragers vergezellen elke groep. Dat andere mensen hun bagage naar boven droegen gaf Martin en Fred een schuldgevoel. “Maar als niemand die berg op zou gaan hebben zij geen werk en dus niet te eten, hebben we ons maar voorgehouden. Het is er kommer en kwel. Daar besef je nog eens hoe ontzettend rijk wij het hier hebben”, zeggen de twee die bij 35 graden en in korte broek aan de tocht begonnen in tropisch regenwoud. Vierenhalve dag later eindigen ze met ijsmuts en wintersportjack bij min 18. Om de fenomenale zonsopgang te kunnen zien wordt de laatste etappe ‘s nachts gelopen. Een aantal groepsleden is dan al uitgevallen wegens de ongrijpbare hoogteziekte. Met een stijgingspercentage van 35 en een pad van kattebakgrit is het laatste deel verreweg het zwaarst. Wie de Kilimanjaro een wandelberg durft te noemen, moet maar eens met de twee ijzervreters gaan praten. Wankelend, bijna niet meer in staat om de voeten vooruit te zetten en kotsend en huilend van vermoeidheid hebben ze mensen de top zien bereiken. En ook in het zicht van de haven zien stranden.

Mail de redactie
Meld een correctie

advertentie
advertentie