Beflijster

22 april 2010 om 00:00 Nieuws

Van de lijsterachtigen kent iedereen de merel, velen kennen de zanglijster en ook wintergasten als de koperwiek en de kramsvogel zijn vast redelijk bekend. Maar wie heeft er ooit in Haarlemmermeer een beflijster gezien? Ik zeker niet, maar een lezeres uit de wijk Vrijschot bij het Haarlemmermeerse bos overkwam dat vorige week wel. De beflijster lijkt erg op de merel, maar onderscheidt zich vooral bij het mannetje door een brede witte band of zijn borst. Deze band heeft de soort zijn naam en ook zijn bijnaam dominee-merel gegeven. Ook de lichte randen rond zijn zwarte veren (zie foto) geven deze vogel iets gedistingeerds, alsof hij een krijtstreep pak aan heeft. De bef is bij het bruine vrouwtje minder duidelijk. Terwijl de merel een standvogel is, is de beflijster net als de koperwiek en de kramsvogel een trekvogel met een krachtige vlucht. De maand april is de kans het grootst om er één of meer te zien. Dan trekken ze in Nederland in grote aantallen door van de Middellandse zee naar hun Scandinavische broedgebieden.

Bijzonder: In Nederland worden de meeste exemplaren op de voorjaarstrek in april op de Waddeneilanden gezien. Soms alleen of samen met koperwieken en kramsvogels. In de voorjaarstrek terug naar hun broedgebieden in het noorden lijken deze vogels minder haast te hebben. Ze worden dan vaker gezien en blijven soms een tijd hangen. In de herfsttrek naar het zuiden hebben ze meestal veel meer haast.

Waar: Beflijsters zijn broedvogels van bergachtige gebieden en rotsachtige natte heiden met een spaarzame begroeiing. Het nest wordt op de grond gemaakt, bij voorkeur onder een overhangende rots. De belangrijkste broedgebieden van de beflijsters liggen in Noorwegen, delen van Schotland en Engeland, in de Alpenlanden en de Balkan. In grote delen van west en midden Europa wordt de soort als trekvogel waargenomen. In Nederland broedt de beflijster zelden of nooit.

Mail de redactie
Meld een correctie

advertentie
advertentie