‘Geen willekeur bij de bestrijding van landjepik’

HOOFDDORP - De gemeente maakt zich niet schuldig aan willekeur bij de bestrijding van zogeheten landjepik. Dat zei burgemeester Theo Weterings vorige week tijdens een debat in de gemeenteraad over de inspanningen van de gemeente om door burgers ingepikte stukken openbaar groen terug te krijgen.

De burgemeester gaf toe dat het er in sommige wijken misschien op lijkt dat mensen willekeurig worden aangepakt, maar dat dit door de werkwijze van de gemeente komt. De gemeente legt eerst een specifiek geval aan de rechter voor en wacht daarna het oordeel van de rechter af voordat vergelijkbare situaties worden aangeschreven. Volgens Weterings kan die methode ‘willekeurig overkomen’, maar is dat beslist niet de opzet.

Het verwijt van willekeur werd voorafgaand aan het debat geuit door voorzitter Rob Hoogendoorn van de wijkraad Linquenda, een ‘ondeugende wijk’ volgens de voorzitter met tachtig gevallen van landjepik. Hoogendoorn vond dat de gemeente veel helderder moet uitleggen wat wel en wat niet mag. Ook een bewoner van de Blankenstraat in Hoofddorp uitte kort geleden in deze krant kritiek op de aanpak van de gemeente.

De kwestie van stukken openbaar groen, die in de jaren negentig zijn uitgegeven aan burgers, houdt de gemoederen al vele jaren bezig. HAP-raadslid Peter van Groenigen waarschuwde er vorige week voor met de beschuldigende vinger naar inwoners te wijzen. Volgens hem moet de gemeente de hand in eigen boezem steken, omdat er in dit dossier veel fouten zijn gemaakt. Het raadslid vond het daarnaast niet kunnen dat als de gemeente een stuk groen heeft teruggevorderd de grond langdurig braak laat liggen.

Burgemeester Weterings was het daarmee eens. Van de oorspronkelijk duizenden kwesties zijn er nog 272 over. De gemeente gaat in 143 gevallen onderzoeken of er kan worden opgetreden. Het speciale potje voor de aanpak is inmiddels op, zei Weterings, dus het geld zal uit het budget voor handhaving moeten komen. Dat geldt ook voor alle nieuwe gevallen van landjepik, die nog steeds blijven opduiken.