Pluim voor kordaat optredende bewoners na 'brandongeval'

24 maart 2011 om 00:00 Nieuws

Het is 21 maart, even na 19.30 uur. Ruim een week nadat de bewoners van het appartementencomplex de schrik van hun leven hebben meegemaakt. De een heeft er nachten niet van geslapen. Een ander kan er maar niet over vertellen, zo zitten de beelden vast in haar hoofd. Weer een andere bewoner ziet de beelden van vlammen nog regelmatig voorbij komen, als in een film.

Praatavond voor bewoners, slachtoffer ligt nog in brandwondencentrum HOOFDDORP - Je hoopt het zelf nooit mee te maken. Maar bewoners van een appartementencomplex op Eiland 12 in de wijk Floriande hebben het wel meegemaakt: een medebewoner die als een levende fakkel uit haar woning rent. Maandagavond kwamen de bewoners bij elkaar ‘om er nog eens over te praten’.

Ze hebben, zo blijkt tijdens deze informele bijeenkomst bij één van de bewoners, allemaal een eigen verhaal, een eigen beleving, een eigen ‘vertaling’ van hun emoties. Maar in de basis is het verhaal hetzelfde. Maandagmiddag 14 maart klinkt er opeens even voor etenstijd ontzettend gegil in de binnentuin. Het is het startsein voor een 4 tot 5 seconden durende film. Want terwijl een van de bewoners nog denkt aan spelende kinderen, zijn bij een bewoner op twee hoog, in de keuken, haar kleren in de brand gevlogen.

Waarom ze daarvoor kiest, daar gist iedereen nog over, maar ze rent de deur uit, de trap af richting binnentuin. Ze gilt enorm en dat trekt meteen de aandacht van medebewoners. Wie de voordeur opendoet, ziet het slachtoffer als een levende fakkel naar beneden rennen. Iemand rukt een dekbed van haar bed en rent haar achterna. Blussen, blussen, het vuur dat nog in haar haren zit moet uit. Kleren heeft het slachtoffer dan al niet meer aan. Ze wordt meteen onder de douche gedaan bij een andere bewoner, er wordt gebeld, motoren, een ambulance, brandweer, binnen luttele minuten is het slachtoffer met gillende sirenes onderweg richting Beverwijk.

Bewoners kijken haar na, kijken elkaar aan en beseffen dan pas beetje bij beetje wat er gebeurd is.

De dag daarop staan onverwachts enkele agenten voor de deur met bloemen, bedankbrieven en ‘pluimen’. Kennemerlandse Pluimen heten ze officieel, een symbolisch teken van waardering na hun doortastend optreden. ‘Jullie hebben misschien wel haar leven gered’, krijgen ze te horen.

De dagen daarop blijkt dat de gebeurtenis er ontzettend ‘ingehakt’ heeft. Slapeloze nachten, beelden die voorbij flitsen, gedachten die maar niet weg willen. Misschien wel omdat ze in één complex wonen, nemen twee bewoners het initiatief voor een praatavond. Via een briefje bij de brievenbussen wordt de datum bekend gemaakt: maandag 21 maart.

Die avond zitten rond 19.30 uur meerdere bewoners bij elkaar. Het gesprek gaat over een brandende fakkel, verbrand haar, derdegraads brandwonden, het slachtoffer, de eerste operaties. Er blijkt dagelijks contact te zijn met de ouders van het slachtoffer. Iedereen kan zijn of haar woordje doen. De een vertelt, de ander voegt iets toe, weer een ander luistert. In de keuken zitten twee mensen van Slachtofferhulp die tussendoor aangeven dat ze de bewoners ‘in de gaten te houden’. “Dit doen ze goed”, is hun compliment.

De bewoners zijn blij met hun pluim. “Maar die verdienen we allemaal. De een deed dit, die deed dat, er werd eigenlijk niets gezegd. We deden het gewoon allemaal. Dus die pluim is ook voor ons allemaal.”

Mail de redactie
Meld een correctie

advertentie
advertentie