'Al redden we maar één kind'

6 december 2012 om 00:00 Nieuws

HOOFDDORP - Het bezoek aan Cebu zit erop! Het is een week geworden waarin de gemeentelijke delegatie een indruk heeft gekregen waarvoor de Vereniging Haarlemmermeer Cebu (VHC) zich inzet. Een week vol emoties, een warm onthaal, lachende gezichten, maar vooral veel indrukken.

Het bezoek begint op maandag met het ondertekenen van het Memorandum. De delegatie wordt ontvangen door burgemeester van Cebu City, Mike Rama. Uit de toespraken van beide burgervaders blijkt dat er in de afgelopen twintig jaar mooie dingen zijn gerealiseerd. Dat de Stedenband is uitgegroeid tot een hechte vriendschapsband. Theo Weterings gaat nog een stapje verder als hij zegt dat de vriendschapsband is overgegaan in liefde.

Van deze 'liefde' zijn wij in de daarop volgende dagen, bij alle bezoeken, volop getuige. Bezoeken die bij mij een onuitwisbare indruk achtergelaten.

Zo bezoeken we aan het begin van de week verschillende schooltjes in kansarme wijken. Met steun van VHC en in samenwerking met RAFI (The Ramon Aboitiz Foundation Inc.), de ogen en oren van VHC in Cebu, wordt er voor kansarme kinderen gewerkt aan een betere toekomst. Er worden schooltjes gebouwd en VHC steunt deze projecten door onder andere playgrouds te financieren.

Burgemeester Theo Weterings heeft de eer om op typisch Cebuaanse wijze deze te openen. Dit nadat wij telkens hartverwarmend worden ontvangen. Tientallen kinderen, in prachtige schooluniformen, trakteren ons op een dansje, maar vooral op een hartelijke lach. Het is goed om te zien dat zij nu aan een toekomst kunnen werken.

Het is dinsdagmiddag en we zijn in de wijk Inanyawan. Het stinkt. Gezinnen die vroeger op de vuilnisbelt woonden hebben hier een eigen huisje gekregen. En als ik huisje zeg, is het echt een huisje. De beelden maken diepe indruk op me. Niet alleen omdat deze mensen van een vuilnisbelt zijn gehaald, maar vooral omdat ze allemaal een blije indruk maken. In deze omstandigheden!

De naast gelegen vuilnisbelt is dicht. Toch zie ik hier en daar nog kinderen lopen op zoek naar iets bruikbaars.

Woensdagochtend gaan we met kleine busjes naar het in 2003 gestarte CoreDrops waterproject. Voornaamste doel: Tisa, een stadsdeel op een berghelling met duizenden gezinnen voorzien van een drinkwatersysteem.

Eenmaal boven op de berg, bij de watertank, zie ik dat Theo Weterings en andere leden van delegatie blij verrast zijn. Na hun bezoek van drie jaar geleden blijkt er inmiddels een hele wijk te zijn bijgebouwd en: alle huizen hebben een eigen wateraansluiting. Het project is een groot succes. Van de winst die wordt gemaakt door de verkoop van water aan andere dorpen, gaan kinderen naar school en worden sociale projecten gestart. Een ander deel is gereserveerd voor onderhoud aan het systeem.

's Middags bezoeken we gezinnen die op kerkhoven in de stad wonen: mens onterend. Via kleine paden banen we ons een weg tussen de krotten. Huisjes staan op en over grafzerken heen gebouwd. Het is de leef- en woonomgeving van honderden gezinnen, het speelterrein van kinderen. Ik kan mijn ogen bijna niet geloven.

Toch is daar ook weer de glimlach. We komen aan bij de katholieke begraafplaats en worden ontvangen door 'bewoners' van deze plek. Dan is het bijzonder als daar een oude vrouw staat met een briefje in haar handen met jouw naam erop. Het is zo'n moment voor een brede gemeende glimlach. Eenmaal verder verdwijnt deze maar al te snel. In een grote graftombe is er ruimte gemaakt voor een schooltje. Kinderen krijgen les op een plek waar nog geen twee weken geleden een overledene is bijgezet. Het is te bizar voor woorden! Een vrouw zit verderop voor een tombe. Ze woont hier met haar gezin. 's Nachts is het er pikdonker, haar kinderen slapen op de graven.

Het is donderdagochtend en we brengen een bezoek aan Badjau. Hier leeft een grote groep zeenomaden, een wat geïsoleerd levende groep mensen. Om voor betere leefvoorzieningen te zorgen is RAFI, in samenwerking met de bevolking, gestart met de bouw van huisjes. Voor zijn voor mij de eerste rijtjeshuisjes in Cebu City.

VHC heeft hier een wijkcentrum laten bouwen. Het is een plek waar de bevolking elkaar kan ontmoeten. Met de onthulling van de toepasselijke naam Dik Trom verricht Theo Weterings samen met Mike Rama de officiële opening.

Seksuele uitbuiting van kinderen is een groot probleem in Cebu. 's Middags brengen wij een bezoek aan FORGE. Deze organisatie heeft twee opvangcentra waar slachtoffers van kinderprostitutie terecht kunnen voor onderwijs en therapie. FORGE werkt nauw samen met Terre des Hommes. Voor VHC was dit mede reden om met deze organisatie te willen samenwerken.

Medewerkers van FORGE bezoeken regelmatig uitgaansgelegenheden en roze buurten om in contact te komen met slachtoffers en hen hulp te bieden. Hierin worden niet alleen de slachtoffers geholpen, maar ook de ouders krijgen voorlichting. Er wordt gezocht om andere vormen van inkomsten te vinden zodat hun kinderen niet opnieuw in de prostitutie belanden.

Enigszins verlegen stelt een groep slachtoffers zich aan ons voor. Er is er geen één boven de achttien. Ook op de andere plek, in de wijk Lapulapu, is het beeld hetzelfde: ze zijn allemaal minderjarig.

Stephanie vertelt haar verhaal. Zij is werkzaam bij FORGE, maar is op 13-jarige leeftijd in de prostitutie terechtgekomen en door FORGE gered. Het is een hartverscheurend verhaal. Als wij rond 24 uur een bezoek brengen aan de roze buurt ontmoeten wij de groep kinderen van vanmiddag. Hier zijn ze op hun terrein en van de verlegenheid is nog weinig te merken. In een busje maken we een rondrit en worden hierbij vergezeld door twee ladyboys. Zij geven ons een kijkje in hun leven. 's Nachts verdienen zij het geld voor hun familie om vervolgens overdag wat te rusten. Naar school is er niet bij. Het is een treurig beeld.

Het bezoek aan Cebu City wordt op vrijdag afgesloten met een bezoek aan CCMC. Een ziekenhuis voor de allerarmsten. We herkennen de oude ziekenhuisbedden uit het Spaarne Ziekenhuis. Op de kinderafdeling is de temperatuur ondraaglijk. Het is er overvol. Toch begrijp ik dat het er vele malen beter uitziet dan een aantal jaren geleden. Ik heb al snel genoeg gezien, het wordt me allemaal te veel. Richting de uitgang word ik geconfronteerd met een baby zo groot als mijn handpalm. Je weet nu al dat het kind hier geen toekomst heeft.

Het is een week geworden waarin voor mij duidelijk is geworden dat een druppel op een gloeiende plaat wel degelijk effect heeft. Met minimale middelen is het mogelijk om kansarme kinderen toch een toekomst te bieden. Wat is er mooier dan een brede glimlach van een gelukkig kind!

I believe in angels!

Mail de redactie
Meld een correctie

advertentie
advertentie