Onderzoek naar fijnstof op scholen

SCHIPHOL Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) is afgelopen week begonnen met onderzoek naar korte-termijn

gezondheidseffecten van ultrafijn stof op de longen van kinderen. Zo'n tweehonderd schoolkinderen tussen 7 en 11 jaar in de omgeving van Schiphol doen mee.

Er zijn twee basisscholen bij betrokken, aan weerszijden van Schiphol, één in Aalsmeer (De Oosteinder) en één in Badhoevedorp (Oranje Nassauschool), zodat bij verschillende windrichtingen de lucht bij de ene school wel en bij de andere school niet in aanraking komt met ultrafijn stof afkomstig van vliegtuigen en omgekeerd. De kinderen doen thuis blaastests en houden op laptop, tablet of telefoon een dagboekje bij over hun gezondheid. Op school wordt verder bij ieder kind wekelijks een meting van de longfunctie gedaan. Tevens wordt bij de beide scholen de luchtverontreiniging gemeten. Resultaten worden in de loop van 2019 verwacht.

GEVOELIGER Het onderzoek draait om kinderen, omdat die gevoeliger zijn dan volwassenen. Ze hebben kleinere longen en zijn actiever in de buitenlucht. Bij nadelige effecten van luchtvervuiling hebben kinderen daar het eerste last van. Ieder kind doet drie maanden mee. Daarna gaat het onderzoek drie maanden verder met een andere groep en daarna nogmaals drie maanden met weer een andere groep. Daarnaast doen er op diverse scholen vijftig astmatische kinderen mee die in de buurt van Schiphol wonen. Bij hen gaat het om de effecten op ademhalingsklachten en medicijngebruik.

AANWEZIG Ultrafijn stof komt uit natuurlijke bronnen, maar ontstaat ook bij koken en open haarden, in de industrie en bij verbranding in motoren van auto's, schepen en vliegtuigen. Het dringt diep door in de longen en kan via het bloed organen bereiken. Het onderzoek moet antwoord geven op de vraag of dit leidt tot gezondheidsschade en zo ja in welke mate. Het onderzoek is onderdeel van een omvangrijk RIVM-onderzoeksprogramma waaraan ook de GGD Amsterdam, het ECN en het AMC meewerken.