Pabostudenten gaan lesgeven op basisschool in Malawi

29 april 2010 om 00:00 Nieuws

Cindy Verheij uit Hoofddorp, Daphne Visser, ook uit Hoofddorp, en Koen Kruidenberg uit Leiderdorp zijn pabostudent in Leiden: “Eigenlijk zijn we met z’n vieren, want Sara Borst – ze komt uit Oegstgeest – hoort ook bij ons team. Maar zij kon bij dit gesprek niet aanwezig zijn.”

‘We strepen de dagen op de kalender af’ HOOFDDORP - Ja, ze hebben er zin in. Ze zijn zelfs zo enthousiast dat ze op de kalender de dagen afstrepen. Want op reis gaan naar Afrika, om in Malawi stage te lopen, valt beslist in de categorie ‘iets heel anders dan anders’.

Hun reis naar Malawi, een van de armste landen van Afrika, maakt deel uit van de projecten van de stichting Edukans, die zich inzet om kinderen die door armoede, oorlog en ziektes niet naar school kunnen toch onderwijs te bieden. Edukans, actief in Kenia, Ethiopië, Uganda, Malawi, Peru en India, betrekt jaarlijks 300.000 Nederlandse jongeren bij deze ontwikkelingshulp, die tot uiting komt in specifieke scholenacties. Hierbij hoort ook de zogenaamde onderwijsexpeditie, waarvoor Cindy en haar medestudenten zich gemeld hebben. “We mochten kiezen tussen India en Afrika. Het werd Afrika, dat werelddeel fascineert ons enorm. Op 2 mei vertrekken we naar Malawi. Na 10 uur vliegen zijn we dan in Lilongwe, dat is de hoofdstad.”

Daar zullen ze tijdens hun verblijf van twee weken kennismaken met collega-pabostudenten uit Malawi en een totaal andere onderwijswereld. Koen: “Dat zal best een bijzondere ontmoeting worden. Leerkracht worden is daar niet voor iedereen weggelegd. De klassen zijn veel groter en het leersysteem is totaal anders. We worden hier dan ook tijdens speciale bijeenkomsten voorbereid. Een eerste weekend hebben we al achter de rug.”

Daphne vertelt over de lessen die ze daar zullen gaan geven. “Op een basisschool. En dat gaat daar heel anders dan hier. Allereerst de taal: Engels. We bereiden drie lessen voor, die we twee keer geven. Best wel moeilijk, want het niveau van de kinderen loopt nogal uiteen. We hopen op goede contacten met de Malawiaanse pabostudenten. Dat zal zeker helpen. En natuurlijk willen we ervaringen uitwisselen. Misschien kunnen we daar samen spontaan iets organiseren?”

Cindy weet al wel dat ze met de leerlingen ook spelletjes gaan doen. “We denken aan touwtje springen en het oer-Hollandse spijkerpoepen: voor scholieren hier heel normaal, daar is het totaal onbekend.”

Voor de reis naar Malawi wordt van de Nederlandse studenten de nodige zelfwerkzaamheid verwacht, vooral bij de financiering. Cindy: “We moeten zelf een flinke bijdrage aan reis- en verblijfkosten betalen: 1275 euro en dat is best veel geld. Daar hebben we voor gespaard en gewerkt. Verder moet elke deelnemer 1.000 euro bijeen brengen voor schoolprojecten die in Malawi lopen. Daarvoor gaan we hier allerlei acties opzetten. Op 1 november moeten we dat bedrag bij elkaar hebben.”

Koen, Cindy en Daphne zijn daarmee druk doende. “We denken – we willen het samen gaan doen - aan voorlichting op scholen. Wij willen daar dan vertellen wat we hebben meegemaakt. Misschien dat daaruit acties voort kunnen komen, zoals een sponsorloop en zo”, vertelt Koen. Cindy: “Er is op Tabitha in Toolenburg al een projectpresentatie geweest, met van daaruit diverse leerlingenacties. Het geld daarvan gaat in de 1.000 euro pot.” En Daphne: “Er valt zoveel te bedenken, het gaat zeker lukken.”

Vol enthousiasme bereiden ze zich dus voor. En dan volgt automatisch de vraag: Wat verwachten ze van hun reis? Wat zullen ze, na terugkeer in het rijke Nederland, met hun ervaringen gaan doen? Cindy: “Ik zou me voor kunnen stellen dat ‘gewoon lesgeven’, zoals we dat hier gewend zijn, dan te weinig voldoening geeft. Misschien dat ik daarnaast iets zou willen gaan doen voor ontwikkelingslanden, bijvoorbeeld voor een organisatie als Edukans? We zullen in ieder geval heel anders tegen Nederland aankijken.”

Koen en Daphne verwachten ook dat de reis hun blik flink zal verruimen.

“Als we daar voor de klas hebben gestaan, en dan gezien hebben met hoe weinig middelen er toch iets geleerd moet worden, dan zullen we beter waarderen wat hier allemaal wel kan. En we zullen ons ongetwijfeld op de een of andere manier voor onderwijs in ontwikkelingslanden blijven inzetten.”

Mail de redactie
Meld een correctie

advertentie
advertentie