Narcisvlieg

Zweegvliegen zijn onschuldige insecten, die weten te overleven door zich voor te doen als bijen en wespen. Ze heten zweefvliegen omdat ze perfect in de lucht stil kunnen hangen. Er leven in Nederland tussen de 300-350 soorten, waarvan een 50-tal algemeen is. Volwassen zweefvliegen leven vrijwel uitsluitend van nectar of stuifmeel, maar de voorkeur van de larven valt uiteen in drie groepen: Eén groep leeft van bladluizen, één groep van bacteriën in zeer vervuild water en er is één groep die leeft van afval op het droge. Alle groepen zijn daarom zeer nuttig. Een zweefvlieg, die als minder nuttig wordt beschouwd, is de narcisvlieg. Deze soort legt zoals zijn naam al zegt zijn eitjes in narcisbollen. Het vrouwtje legt ongeveer 40 eitjes in holten die in deze periode van het jaar tussen het afstervende loof achterblijven (1-2 larven per bol). De larven graven zich een weg naar beneden tot in de bol. Daar voeden ze zich tot de bol bijna leeg is (zie foto). Bloembollentelers bestrijden de grote narcisvlieg daarom te vuur en te zwaard. Hierdoor is de grote narcisvlieg bijna uitgestorven. De soort overleeft krap aan in tuinen. Ook in De Heimanshof komt hij nog voor. Het ecologische beheer van de heemtuin heeft als één van de basisregels, dat alle soorten bestaansrecht hebben: niet elke schade hoeft daarom uitroeiing als consequentie te hebben, zoals elders vaak wel het geval is.

Bijzonder: De narcisvlieg is een behaarde zweefvlieg die zich voordoet als een hommel. De toevoeging ‘grote’ geeft aan dat er ook een kleine narcisvlieg bestaat. Deze is niet schadelijk omdat hij zijn eitjes alleen legt in bollen die al rot zijn. De grote narcisvlieg is bijzonder door zijn grote kleurverscheidenheid. Er bestaan maar liefst 6 kleurtypen (zie foto). De meeste soorten hebben hoogstens een verschillend uiterlijk voor mannetjes en vrouwtjes. Alle 6 typen komen in De Heimanshof voor.

Waar: De grote narcisvlieg is een inheemse soort. In Noord-Amerika is hij via bloembollen geïntroduceerd.