Rapport veegt de vloer aan met grondbeleid gemeente

15 januari 2009 om 00:00 Nieuws

Het rapport, dat als titel “Ondoorgrondelijk grondbeleid doorgrond?” heeft gekregen, is gemaakt in opdracht van de fracties van de HAP, SP, ChristenUnie-SGP, D66 en De Betrouwbare Partij. Zij legden zich vorig jaar niet neer bij het besluit van een raadsmeerderheid om geen verder onderzoek te doen naar omstreden grondtransacties. Volgens de meerderheid was er al voldoende onderzocht en zijn er daarbij geen misstanden boven water gekomen.

Nader onderzoek bepleit naar dubieuze aan- en verkopen uit het verleden HOOFDDORP - Het gemeentelijk grondbeleid rammelt nog steeds aan alle kanten. Dat staat in een zeer kritisch rapport van onderzoeksbureau BCO, dat maandag in het raadhuis in Hoofddorp is gepresenteerd. Volgens onderzoeker Arnold Bruggeman is er alle reden om mogelijk dubieuze aan- en verkopen uit het verleden alsnog nader te onderzoeken.

Onderzoeker Bruggeman heeft na een onderzoek van een half jaar echter vastgesteld dat nog vele vragen niet beantwoord zijn. Bruggeman heeft in zijn rapport speciale aandacht besteed aan de kwesties rond ondernemer Rinus Beusenberg uit Cruquius, horecaondernemer Paul Hoenderdos uit Vijfhuizen en de gronden A4 Zone West en de Wilhelminahoeve.

Bruggeman trekt in zijn rapport een reeks spijkerharde conclusies. Volgens hem is er ondanks alle eerdere onderzoeken, gemaakte afspraken en aangekondigde verbeteringen nog maar bitter weinig veranderd bij de gemeente. Bruggeman verwijt dat zowel het college van burgemeester en wethouders als de gemeenteraad. Het college is met te vage voorstellen gekomen, maar de raad heeft dat te vaak als zoete koek geslikt, zo oordeelt de onderzoeker.

Een werkgroep uit de gemeenteraad onder leiding van toenmalig D66-raadslid Ben Ottens onderzocht al in 2005 de gemeentelijke werkwijze bij de aan- en verkoop van gronden. De voornaamste conclusie toen was dat het allemaal anders moest bij de afdeling grondzaken. De raad schaarde zich achter een serie aanbevelingen uit dit rapport. De schrijnende conclusie van Bruggeman nu is dat er met deze aanbevelingen vrijwel niks is gebeurd.

Begin 2006 waren opnieuw alle schijnwerpers gericht op de gemeentelijke grondtransacties, nadat er in de Volkskrant een artikel verscheen waaruit bleek dat er in 1999 bij de verkoop van een stuk grond in de A4-Zone West vermoedelijk fraude is gepleegd. Het college van B en W kondigde toen een uitvoerig forensisch onderzoek aan, waarin ook de aantijgingen van ondernemer Beusenberg zouden worden meegenomen. Volgens Beusenberg hebben bestuurders en ambtenaren hem stelselmatig misleid in zijn pogingen een groot sekscentrum van de grond te krijgen. Het forensisch onderzoek is echter nooit afgemaakt, omdat accountant Ernst & Young oordeelde dat zo’n onderzoek de juridische positie van de gemeente zou kunnen schaden.

Volgens onderzoeker Bruggeman kan in zijn onderzoek niet worden aangetoond dat de vele vertragingen en misverstanden in de zaak-Beusenberg “bewust” zijn gebruikt om de ondernemer dwars te zitten. Maar volgens hem is een aantal incidenten “te toevallig om toevallig te kunnen zijn.”

De initiatiefnemers van het onderzoek zeiden bij de presentatie geschrokken te zijn door de harde conclusies uit het rapport. De vijf partijen onderschreven die conclusies wel en stelden alsnog onderzoek te willen om daarmee het beeld weg te nemen dat zich in de gemeente onverkwikkelijke zaken hebben afgespeeld. Het is nog onbekend wanneer de gemeenteraad het rapport bespreekt.