Raad: scherper toezicht op De Meerse en MeerWaarde

HOOFDDORP - De gemeenteraad is het ermee eens dat de gemeente haar toezicht op maatschappelijke instellingen die gemeentesubsidie ontvangen aanscherpt. De raad zette daarvoor het licht vorige week helder op groen.

Indirecte aanleiding voor de discussie waren de problemen vorig jaar bij schouwburg De Meerse en welzijnsorganisatie MeerWaarde. De gemeente sloeg in beide gevallen alarm nadat er financiële tekorten waren gebleken. Het college kwam daarop eind vorig jaar met een voorstel hoe de gesubsidieerde instellingen beter kunnen worden gecontroleerd.

VVD-fractievoorzitter Henk Kuipers vond het voorstel echter ‘vlees noch vis’. Volgens hem verandert er niet zo gek veel ten opzichte van de huidige situatie. Kuipers vroeg zich af of het niet verstandiger is voor een heel andere structuur te kiezen, waarbij de gemeente weer zelf uitvoert wat maatschappelijk van belang is en de rest aan de vrije markt overlaat.

Volgens de VVD’er schept zo’n structuur meer duidelijkheid. Hij zei dat zijn fractie overwoog met een motie te komen, maar na toezeggingen van wethouder Tom Horn was zo’n motie van de baan.

HAP-fractievoorzitter Marjolein Steffens vond dat er in het collegevoorstel teveel met de beschuldigende vinger richting maatschappelijke organisaties wordt gewezen, terwijl er bij de gemeente toch ook zaken fout zijn gegaan. “Verbeter de wereld en begin bij jezelf”, zo zei Steffens.

Wethouder Horn bestreed dat het college de hand niet in eigen boezem heeft gestoken. Hij betreurde het verwijt van de HAP. Volgens Horn ziet het voorstel wel degelijk toe op verbetering van de eigen organisatie. “We moeten beter communiceren.” Dat nam volgens de wethouder niet weg dat besturen van sommige organisaties niet zijn meegegroeid met de ontwikkeling die deze instellingen zelf hebben doorgemaakt.

Horn gaf aan dat er ruimte is voor experimenten in bijvoorbeeld het welzijnswerk, een nadrukkelijke wens van de VVD. Als voorbeeld noemde hij het maatschappelijk werk bij het Leerwerkbedrijf en bij de Jeugdzorg.

De wethouder gaat nu eerst in gesprek met de maatschappelijke organisaties over hoe zij tegen het voorstel aankijken. Daarna komt hij terug naar de gemeenteraad met een definitief voorstel.