‘De Meerse een sterk merk’

18 februari 2010 om 00:00 Nieuws

Vorig jaar kwam De Meerse vrij onverwacht in financieel zwaar weer terecht. Cultuurwethouder Herman Tuning maakte toen bekend dat de schouwburg mede door de tijdelijke verhuizing naar een megatent op bedrijventerrein De President over 2008 een tekort kende van bijna 200.000 euro. Dat tekort zou in 2010 kunnen oplopen tot ruim 700.000 euro.

Interim-directeuren geplaagde schouwburg zien toekomst zonnig tegemoet HOOFDDORP - De toekomst van schouwburg De Meerse in Hoofddorp ziet er weer zonnig uit. Dat zeggen de interim-directeuren Ronald Speld en Cees de Graaff. Ze hebben er alle vertrouwen in dat het na de ingebruikname van de nieuwe schouwburg half oktober allemaal goedkomt. “De Meerse blijkt een zeer sterk merk.”

De Haarlemmermeerse politiek reageerde als door een wesp gestoken. De ene partij pleitte voor ‘meer André van Duin’ in de programmering en de andere voor een fikse reorganisatie om de financiële problemen te bestrijden. Toen het bestuur later inderdaad met een rigoreus saneringsplan kwam, waarbij de beeldende kunst én Het Oude Raadhuis min of meer werden afgeschaft, omschreef de gemeenteraad dat weer als ‘te draconisch’. Het bestuur gooide daarop de handdoek in de ring.

Oud-CDA-wethouder Rob van der Riet, sinds 2006 burgemeester van het Noord-Hollandse Drechterland, ging na de zomer aan de slag als interim-bestuurder. Hij kreeg kort erna gezelschap van Dick Wijkstra. De zakelijke leiding kwam in handen van interim-directeur Ronald Speld. Dat was geen onbekende in Haarlemmermeer, want hij had tot 2006 diverse leidinggevende functies binnen de gemeente. Voor het artistieke deel keerde Cees de Graaff terug bij De Meerse. Die rentree was opmerkelijk, want De Graaff was juist een halfjaar eerder als directeur vertrokken na een conflict met het toenmalige bestuur. Cees de Graaff was kort voor die tijd de opvolger van de bij leven al legendarische directeur Jan Gras.

Speld en De Graaff begonnen in een tijd dat nog veel onzeker was en dat de voornaamste taak was om De Meerse voor de toekomst op de kaart te zetten. Beide heren maakten vorige week bekend dat dit wat hen betreft meer dan gelukt is. Ze hebben een plan gemaakt om de ontstane tekorten over meerdere jaren in te lopen. De directeuren willen nog geen details over het plan prijsgeven, maar het managementteam en de Ondernemingsraad (OR) hebben al enthousiast gereageerd.

Eenmalige hobbel

Volgens Speld en De Graaff is duidelijk geworden dat het ontstane tekort geen structureel probleem is maar een ‘eenmalige hobbel’. Kern van het nieuwe plan is dat De Meerse na 15 oktober - als de eerste voorstelling in de nieuwe schouwburg gepland staat - weer een groeiende exploitatie tegemoet kan zien met bovendien een extra zaal erbij. “De Meerse is uiteindelijk een zeer gezonde organisatie”, zo stellen beide directeuren.

Dat het publiek de schouwburg ook op de tijdelijke locatie trouw is gebleven blijkt volgens hen wel uit het feit dat het bezoek dit seizoen zelfs boven het landelijk gemiddelde ligt. “De Meerse is een sterk merk. Dat komt ook doordat er een fantastisch team achter staat dat bereid is de schouders eronder te zetten.”

Speld en De Graaff stellen dat de toekomst van De Meerse rooskleurig is. Voor 15 oktober is dus de eerste voorstelling gepland en in januari draait de nieuwe schouwburg in het Cultuurgebouw volledig. De interim-directeuren zijn dan allang weer met een andere klus bezig. Het is de bedoeling dat er 1 april of uiterlijk 1 mei een nieuwe directeur aantreedt. Daarna volgt er een nieuw bestuur. “Het is nu eenmaal je lot als interim, maar deze werkplek zal ik zeker missen”, zegt Ronald Speld. En heeft Cees de Graaff nog overwogen om aan te blijven als directeur? “Nee, geen moment. Je kunt beter met een onbevangen directeur beginnen aan wie geen geschiedenis kleeft.”

Mail de redactie
Meld een correctie

advertentie
advertentie