Huub Olsthoorn maakt bijzondere fietstocht naar Rome

1 juli 2010 om 00:00 Nieuws

Thuis aan de keukentafel komen bij 2000 foto’s steeds nieuwe herinneringen boven waardoor Huub niet uitgepraat raakt over zijn megafietstocht. “Vroeger verklaarde ik iedereen voor gek die zo’n eind ging fietsen.”

Lange trip levert vele kostbare herinneringen en ontmoetingen op VIJFHUIZEN - Rome, de Eeuwige Stad, heeft op velen een grote aantrekkingskracht. Zo ook op Huub Olsthoorn. Hij pakte zijn fiets om deze 2.550 kilometer en slechts twee lekke banden later tegen een hek op het St. Pietersplein te stallen. “Het is grandioso geweest. Het smaakt naar meer. Ik kan het iedereen aanraden.”

Het was voor Huub niet zomaar een fietstocht. Vorig jaar al wilde zijn fietsmaat Arie Berkhout samen naar Rome peddelen. Voor Huub een onmogelijkheid vanwege de zorg die hij had voor zijn vrouw Anneke. Zij overleed in februari. Met een uiterst dubbel gevoel begon hij aan de tocht, door vele fietsvrienden na een afscheidsbiertje bij Gennep over de grens gezet. “Anneke hield ook erg van fietsen. Ik heb daar in de buurt op een bankje gezeten waar we samen ook nog op gezeten hebben. Dan gaat er wel wat door je heen. Het gevoel dat ik de tocht kon maken omdat zij er niet meer is, gaf het een bijzondere lading”, bekent Huub die de eerste duizend kilometer alleen gereden heeft. “Saai? Nee hoor, in je uppie fietsen heeft ook wel wat.”

Na een week haakte bij de Bodensee Arie aan en konden ze met zijn tweeën de strijd met de bergen aangaan. Twee Hollandse boeren die met hun bedrijf gestopt waren. Ze hadden heel wat te praten onderweg. En te kijken. “Ik denk dat wij met andere ogen naar de natuur gekeken hebben dan de gemiddelde vakantieganger daar doet. We hebben heel wat koeien op de foto gezet.” Na de Alpen met het lieflijke Tirol volgde nog de Appenijnen waar ze bij 35 graden veel venijnige klimmen voor hun kiezen kregen. “Dat was heel zwaar. Na vier weken fietsen kwam de beloning: het St. Pietersplein. Natuurlijk wilden we ook de kerk bezoeken. We maakten onze fietsen aan een hek vast en rekenden al op een prent van het Vaticaan. Had ons wel leuk geleken. Op een gegeven moment miste Arie zijn sleuteltje. Zwetend liepen we terug. Het sleuteltje zat nog in het slot.”

Huub (62) loopt niet op zijn borst te kloppen. “De grootste zegen vind ik dat ik dit op mijn leeftijd nog heb kunnen doen.”

Mail de redactie
Meld een correctie

advertentie
advertentie