Hommels (4 van 5)

21 juni 2012 om 00:00 Nieuws

Bloemen geven een mengsel aan geuren af om bestuivers aan te trekken. Bij sommige wolfsmelksoorten (heksenmelk en cypreswolfsmelk) kan deze honinggeur zo sterk zijn dat we deze ook als mensen op 10 à 20 m afstand kunnen ruiken. Insecten ruiken deze geuren al van veel grotere afstanden. Wanneer een bestuiving uitblijft (bijv. in een regenperiode) wordt de geur en soms ook het aanbod aan nectar verhoogd om hommels aan te trekken. Sommige bloemen hebben helemaal geen nectar, zoals de moerasspirea. Andere bloemen geven op heel verschillende tijden pollen en nectar af. B.v de cichorei. Vanaf 8 tot 10 uur is alleen stuifmeel beschikbaar en van 10 tot 12 uur is er alleen nectar beschikbaar. De bloem is wel tot 13 uur open, maar de hommel kan niets meer vinden.

In trosachtige bloeiwijzen is in de eerste bloem alleen stuifmeel beschikbaar en in de latere bloemen pas nectar. Daarom begint een hommel in vingerhoedskruid eerst beneden met nectar verzamelen en werkt zich dan naar boven naar het stuifmeel. Enkele hommelsoorten zijn in hun kleurpatroon niet constant. Bij de aardhommel komen individuen en hele populaties voor waar het gele band op het borststuk nagenoeg ontbreekt. Verder kan ook nog het gele band op de achterlijf verdwijnen en alleen een witte haarpluk aan het achterlijf overblijven, de vorm ‘nigra’. Dit jaar is in De Heimanshof een nest met werksters van deze zwarte vorm. Van de veldhommel was enkele jaren geleden op Arnolduspark zelfs een individu dat m.u.v. enkele haren op borststuk helemaal geen haren had en die nauwelijks als hommel te herkennen was. Bij de akkerhommel komen twee ondersoorten voor, een donkere vorm en een lichte vorm. Dan komt bij beide ondersoorten nog een variëteit voor, die op het borststuk een zwarte driehoekige figuur heeft. Beide ondersoorten en ook deze zeer schaarse variëteit ‘tricuspis’ komen in Haarlemmermeer voor.

Mail de redactie
Meld een correctie

advertentie
advertentie