2000 jaar transporthistorie in Nederlands Transport Museum

NIEUW-VENNEP Met de kerstvakantie voor de deur (dit jaar van 22 december tot en met 6 januari) zal voor veel ouders één vraag opnieuw actueel zijn: wat gaan we doen met de kinderen? Het antwoord: een museum bezoeken. Wij stellen er een aantal voor. Deel 1: het Nederlands Transport Museum.

Er was hoog bezoek in Nieuw-Vennep, eind april van dit jaar. Niemand minder dan Koning Willem I was van de partij om in het voormalige Bols-gebouw de deuren te openen van een gloednieuw museum: het Nederlands Transport Museum. Hij deed dit samen met toenmalig voorzitter van Transport en Logistiek Nederland (en huidig commissaris van de Koning in Noord-Holland) Arthur van Dijk, wethouder Derk Reneman en museumdirecteur Arno van der Holst.

Het museum is een samenwerking tussen elf stichtingen die allemaal iets met transport hebben. Samen hebben ze een gemeenschappelijk doel: het restaureren en/of werkend houden van 'mobiel erfgoed' en dat tonen aan het publiek.
Of het nou gaat om vliegtuigen, vaartuigen of voertuigen, om tweewielers, vierwielers of driewielers, om burger- of militair materieel of om bussen, auto's of trekkers: als het iets kan vervoeren, wil het Nederlands Transport er over vertellen. "In het Nederlands Transport Museum is een overzicht te zien van 2.000 jaar transport in Nederland", legt directeur Van der Holst uit. "Van een Romeinse koets uit het jaar nul, tot het moderne (container)vrachtverkeer."

GROTE OBJECTEN Het museum is gevestigd in een groot pand naast de bekende Bols-toren en beschikt over een grote expositiezaal en een werkplaats om al dat rollend materiaal te onderhouden en restaureren. In het museum staan inmiddels meer dan vijftig grote objecten (voertuigen, vliegtuigen, een schip en enkele treintjes) die het verhaal vertellen. Bovendien zijn er filmpjes, worden er van tijd tot tijd rondleidingen gegeven en is er indien er een bus en en chauffeur beschikbaar zijn, een mogelijkheid om met een oude bus een rondritje te maken.

"Het hoogtepunt van de collectie is, op dit moment, een Douglas DC-2-vliegtuig uit 1934", legt Van der Holst uit. "De vrijwilligers hebben dit vliegtuig opgepoetst en het staat nu te blinken in de collectie. Dit vliegtuig wordt wel 'de moeder aller vliegtuigen' genoemd, omdat het het eerste aluminium vliegtuig was dat in grote getallen gebouwd werd. Een Boeing 747 die tegenwoordig vliegt, is nog op exact dezelfde wijze gebouwd, ook met aluminium platen en klinknagels!"
Op korte termijn hoopt het museum de eerste Amsterdamse metro - 'de Zilvermeeuw' - en een echte Fouga Magister-straaljager aan de collectie toe te voegen. Ook wordt hard gewerkt aan de realisatie van de werving van de oudste nog overgebleven Fokker F28 Fellowshop met registratienummer PH-MOL. Deze staat momenteel op een vliegveld in Mali, maar het museum hoopt het toestel in de loop van volgend jaar ten toon te kunnen stellen in Nieuw-Vennep. Wie wil helpen middels een donatie, kan terecht www.gofundme.com/fokker-f28.

KINDEREN Ook voor kinderen is er natuurlijk het nodige te doen in het museum. "Voor kinderen van 4 tot 12 jaar oud is er bijvoorbeeld een speurtocht. Bovendien kunnen ze vliegtuigjes vouwen en is er een springkussen. Als het lukt de Fouga Magister op tijd klaar te hebben kunnen kinderen ook zitten in een cockpit, als een echte straaljagerpiloot."

Het Nederlands Transport Museum is tijdens de kerstvakantie elke dag geopend van 10.00 tot 17.00 uur. Entree kost 7,50 voor volwassenen en 5 euro voor kinderen van 4 tot 12 jaar oud. Kinderen tot 4 jaar mogen gratis naar binnen. Het museum is uitstekend bereikbaar met de auto, er kan geparkeerd worden op het terrein. Wie met het openbaar vervoer komt, kan vanaf station Nieuw-Vennep bus 162 richting Hoofddorp pakken en uitstappen bij de halte Lucas Bolsstraat. Vanaf de richting Schiphol stopt bus 397 richting Nieuw-Vennep Getsewoud in de buurt bij de halte Getsewoud Noord. Het Nederlands Transport Museum is te vinden aan de Lucas Bolsstraat 7 in Nieuw-Vennep. Meer informatie: nederlandstransportmuseum.nl.

Alex Stolwijk