Het oorlogsmonument op het Van Stamplein.
Het oorlogsmonument op het Van Stamplein. Eric van Lieshout

Vrijheid: dat voel je in je hart.

5 mei 2021 om 10:03 Overig

HOOFDDORP Nederland herdacht op 4 mei de oorlogsslachtoffers. Door corona werd dat, net als vorig jaar, gedaan vanuit huis met om 20.00 uur de twee minuten stilte. Voor wie dat wilde was er de hele dag de mogelijkheid om bloemen te leggen bij een van de oorlogsmonumenten in Haarlemmermeer.

Burgemeester Marianne Schuurmans sprak in haar speech over de heldendaden van verzetsleider Cor van Stam, over meester Remiëns die geen onderscheid maakte tussen leerlingen, ook sprak zij over Frits, een 12 jarig jongetje dat op pad werd gestuurd om melk te halen voor zijn nog paar maanden oude zusje. 

Hieronder is de volledige tekst van de toespraak te lezen.

‘Ik bleef staan om te kijken naar de mensen die uitstapten, alsof ik op iemand wachtte. Iemand met een vertrouwd gezicht, vlak voor het mijne. Maar ik miste het geloof van mijn oom. Zij zouden nooit terugkomen, mijn vader niet, mijn moeder niet, Bettie niet, noch Dave en Lotte.’

Zo eindigt het autobiografische boek ‘Het bittere kruid’ van schrijfster Marga Minco. In de Tweede Wereldoorlog heeft ze ondergedoken gezeten in Haarlemmermeer. Velen zijn niet teruggekomen: joden, zigeuners, homoseksuelen, verstandelijk gehandicapten, tewerkgestelden, soldaten, verzetstrijders… Anderen die wel terugkwamen, waren voor het leven getekend. Velen van hen hebben hun traumatische ervaringen nooit onder woorden kunnen brengen. Maar dat wat zij hadden meegemaakt, hing als een onzichtbare deken heel hun verdere leven over hen heen.

We leven alweer 76 jaar in vrijheid. Velen van ons weten niet beter, voor hen is vrijheid vanzelfsprekend: kunnen doen wat je wil, zijn wie je bent, de religie aanhangen die je zelf verkiest, stemmen op de partij van jouw keuze. Maar toch staan de verhalen van onze ouders, grootouders, overgrootouders ons in het geheugen, in het hart gegrift.

De heldendaden van verzetsleider Cor van Stam en zijn mensen, de familie Bogaard die zoveel joden onderdak bood, de familie Breijer, die zoveel mensen in hun hart en huis liet. Hoe zouden we hen ooit kunnen vergeten?

En hoe zouden we meester Remiëns kunnen vergeten? Meester Remiëns maakte geen onderscheid tussen zijn leerlingen, voor hem waren alle kinderen gelijk. En dus zaten er ook Joodse kinderen op zijn school. Bij een razzia werden hij en een Joodse leerling opgepakt. Meester Remiëns weigerde bij zijn verhoor de (Duitse) overheid te gehoorzamen. Hij werd staatsgevaarlijk voor de maatschappij en opvoeding verklaard en ontslagen uit zijn functie. Hij zat een jaar in een concentratiekamp, waar hij het zeer slecht had. Uiteindelijk werd hij door de Amerikanen bevrijd en is hij veilig thuisgekomen. Na de Tweede Wereldoorlog heeft hij zijn werk als meester weer opgepakt. De Joodse leerling kwam niet meer terug. 

Voor veel gezinnen was het moeilijk om het hoofd boven water te houden, zeker in het laatste jaar, in de oorlogswinter. Frits, destijds een jongetje van 12, moest voor zijn zusje van een paar maanden oud melk gaan halen in Ouderkerk aan de Amstel. Dat ging twee keer goed, maar de derde keer moest hij omrijden voor de Centrale Crisis Controle Dienst. 

Het was verboden om eten bij de boeren te halen: de Duitsers hadden de schaarse goederen voor zichzelf nodig. Frits moest schuilen in een greppel en verloor vijf liter kostbare melk, terwijl zijn moeder thuis van de angst en stress een miskraam kreeg. 

In het gezin van Gijs werd iedereen ingezet om de Duitsers dwars te zitten. Gijs, zijn oudere broer en zus tikten en vermenigvuldigden stencils en brachten het toen illegale Parool rond. De Duitsers vorderden de vrachtwagens van de vader van Gijs om daar radio’s van de Haarlemmermeerders mee op te halen. Diezelfde avond konden al die mensen hun radio weer bij Gijs’ vader ophalen. Tegen de Duitsers zei hij dat hij dacht dat ze gestolen waren. ‘Hadden de Duitsers er maar bij moeten blijven,’ zo zei hij. 

Hans uit Halfweg mocht in de hongerwinter samen met zijn zusje bij rijke mensen eten. Op een avond dook een Engelse jager vlak boven het huis en begon met zijn boordgeschut te schieten. De dochter van de rijke mensen sloeg haar arm om de schouders van Hans en zijn zusje en drukte ze stevig tegen zich aan. ‘Ik rook haar angst,’ vertelde Hans. ‘En ik voelde me veilig.’ De hele weg terug naar huis hield Hans de hand van zijn zusje stevig vast.

Vrijheid is het grootste goed dat we hebben. Wij kunnen in vrijheid kiezen, wij leven niet in die alles verzengende angst.

Vrijheid: dat voel je in je hart. Morgen, op 5 mei, vieren we voor de 76e keer dat we vrij zijn. Vandaag herdenken we al die grote en kleine helden die die vrijheid niet hadden. Zij maakten hun keuzes in onvrijheid, zodat wij in vrijheid kunnen kiezen.

Mail de redactie
Meld een correctie

advertentie
advertentie